De gevreesde dag is aangebroken. Je wilt je auto starten, maar tevergeefs. De motor geeft het op, de accu wilt ook niet meer mee en op de koop toe barst het sterretje in de voorruit helemaal los. Met andere woorden: je auto is broodnodig aan vervanging toe. Omdat je dagelijks de weg op moet kan je niet anders dan meteen te kijken voor een nieuwe auto. Nu horen we je denken dat er ook nog zoiets bestaat als het openbaar vervoer. Maar reken eens uit hoe lang het voor jou duurt eer je bij de eerste tram- of treinhalte bent. Zeg nu zelf, die route wil je niet elke ochtend doen. Optie 1: lenen Laten we daarom meteen overgaan tot de eerste optie. Je kunt geld lenen bij de bank, want op je rekening staat er misschien wel voldoende geld voor een tweedehandsauto, maar dat geld wil je liever sparen voor andere zaken. Dan kan je dus naar de bank stappen om een autolening te krijgen. Het voordeel hiervan is dat je een autolening meestal in minimaal 2 tot maximaal 5 jaar kunt afbetalen. Ook is de auto dan helemaal van jou, jouw eigendom. Het grote nadeel is natuurlijk de rente die erbij komt kijken. Er moet dus een betere optie zijn. Optie 2: leasen En die is er! Het heet leasen ofwel huren. Een auto huren? Jawel, want bedrijven doen het al jaren. En ook steeds meer en meer particulieren vinden hun weg naar een leasemaatschappij. Neem vandaag nog een kijkje op een website van een leasemaatschappij. Wil je bijvoorbeeld een Citroën Berlingo leasen? Dan zitten alle verzekeringen, de wegenbelasting en de afschrijving van de auto al in het maandelijks bedrag. Het mooiste van dit alles is dat je om de zoveel jaar van auto wisselt. |
Lenen of leasen? |